Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; Israel! en Ik zal onder u [14]betuigen; Ik, God, ben [15]uw God. 14. Ik zal u ernstiglijk voorhouden en verklaren den rechten inhoud des verbonds, dat Ik met u opgericht heb. Of, Ik zal tegen u betuigen; dat is, u met ernst overtuigen dat gij mijn verbond overtreedt. Beide doet God in dezen psalm, eensdeels opscherpende de vromen, anderdeels de goddelozen huichelaars overtuigende en scherpelijk dreigende als verbondbrekers; en de Hebr. manier van spreken wordt in beide betekenissen gebruikt. 15. Of, Ik [ben] God, uw God. Zie Gen.17:7. Dit is de inhoud des verbonds van Gods zijde. Van zijns volks plicht spreekt God in het volgende.